Statuten

(De Statuten zijn ook in pdf-formaat beschikbaar. Klik hier voor de PDF)


 STATUTEN Lawn Tennis Club “De Drieslag”

NAAM EN OPRICHTINGSDATUM

Artikel 1.

De vereniging draagt de naam: Lawn Tennis Club “De Drieslag”, en is opgericht op vijftien maart negentienhonderd vierenzeventig.

ZETEL

Artikel 2.

De vereniging is gevestigd te Hoog Keppel (gemeente Hummelo en Keppel).

DOEL

Artikel 3.

1.     De vereniging heeft als doel het doen beoefenen en bevorderen van de tennissport.
2.     Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a.     het geven van gelegenheid tot het beoefenen van het tennisspel,
b.     het vormen van een band tussen haar leden,
c.      het maken van propaganda voor het tennisspel,
d.     het vertegenwoordigen van haar leden tegenover de vereniging Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond (hierna ook te noemen: K.N.L.T.B.),
e.     het nemen van maatregelen, die kunnen leiden tot het verhogen van het spelpeil van de leden van de vereniging,
f.       het uitschrijven van en deelnemen aan wedstrijden, speciaal ook door het deelnemen aan de door de K.N.L.T.B. georganiseerde competitie,
g.     het verbreiden van de regels van het tennisspel onder de leden,
h.     alle wettig geoorloofde middelen die de vereniging verder ten dienste staan,
i.       al hetgeen te dezer zake nader is omschreven in het na te noemen Huishoudelijk Reglement.

Artikel 4.

1.     De vereniging kent:
a.     seniorleden,
b.     juniorleden,
c.      ondersteunende leden,
d.     ereleden,
e.     leden van verdienste,
2.     Seniorleden van de vereniging kunnen zijn natuurlijke personen, die op de eerste januari van het verenigingsjaar de zeventienjarige leeftijd hebben bereikt, en die de tennissport actief beoefenen of beoefend hebben.
3.     Juniorleden kunnen zijn natuurlijke personen die op de eerste januari van het verenigingsjaar de zeventienjarige leeftijd nog niet hebben bereikt en die de tennissport actief beoefenen of beoefend hebben.
4.     Ondersteunende leden zijn zij, die in de vereniging geen speelrecht hebben, doch die zich bereid hebben verklaard de vereniging geldelijk of anderszins te steunen.
5.     Juniorleden en ondersteunende leden zijn geen leden in de zin der wet, doch zij hebben – behoudens dat zij geen stemrecht hebben, niet tot bestuurslid kunnen worden benoemd, noch de bevoegdheid hebben als bedoeld in artikel 12 lid 4 – overigens dezelfde rechten en verplichtingen als in de wet en deze statuten aan seniorleden zijn toegekend en opgelegd. Bij een stemming in de Algemene Vergadering hebben zij een adviserende stem.
6.     Ereleden zijn personen die meer dan vijftien (15) jaren zich op buitengewone wijze hebben ingezet voor de vereniging, waarbij zij de prestatie die verbonden is aan hun functie binnen de vereniging op meerdere gebieden overstijgen, of die een markante, beeldbepalende prestatie jegens de vereniging hebben geleverd.
7.     Leden van verdienste zijn personen die gedurende meerdere jaren, functieoverstijgend, op meer dan voortreffelijke wijze voor de vereniging hebben ingezet.
8.     Benoeming van Ereleden en Leden van Verdienste geschiedt, op voordracht van het bestuur, door de Algemene vergadering.
9.     Ereleden en Leden van Verdienste ontvangen bij hun benoeming een gouden  respectievelijk zilveren speld en zijn tot hun overlijden lid van de vereniging.

AANMELDING EN TOELATING

Artikel 5.

1.     Aanmelding als lid van de vereniging geschiedt door het indienen bij de secretaris van het bestuur van een ingevuld en ondertekend aanmeldingsformulier, zoals nader is bepaald in het Huishoudelijk Reglement. Betreft het een aanmelding van een minderjarige dan moet dit formulier mede zijn ondertekend door de persoon die de macht uitoefent over deze minderjarige.
2.     Het bestuur beslist omtrent de toelating van seniorleden, juniorleden en ondersteunende leden.
3.     Bij niet toelating door het bestuur tot seniorlid of juniorlid kan de Algemene Vergadering alsnog tot toelating besluiten, echter slechts met een meerderheid  van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
4.     Zij die op de zwarte lijst van de K.N.L.T.B. voorkomen, of door het bestuur van de K.N.L.T.B. geschorst zijn, kunnen geen lid van de vereniging zijn.

EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP

Artikel 6.

1.     Het lidmaatschap van de vereniging eindigt:
a.     door het overlijden van het lid,
b.     door schriftelijke opzegging door het lid aan de secretaris van het bestuur,
c.      door opzegging namens de vereniging:
deze opzegging kan gedaan worden, wanneer een lid niet meer voldoet aan de vereisten die door de statuten voor het lidmaatschap zijn gesteld, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, wanneer hij het lidmaatschap van de K.N.L.T.B. verliest, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren,
d.     door ontzetting:
deze kan alleen worden uitgesproken bij besluit van de Algemene Vergadering, genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglement en/of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2.     Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken.
3.     Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
4.     Een opzegging in strijd met het bepaalde in lid 2 van dit artikel doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5.     Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit, waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
6.     Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap  door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren, staat betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving  van het besluit beroep open op de Algemene Vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
7.     Wanneer het lidmaatschap in de loop van het verenigingsjaar eindigt, blijft de contributie over het gehele verenigingsjaar verschuldigd.
8.     In de gevallen genoemd in lid 1 onder a, c en d van dit artikel, eindigt het lidmaatschap onmiddellijk.

SCHORSING

Artikel 7.

1.     Leden die handelen in strijd met statuten en/of Huishoudelijk Reglement van de vereniging of die zich niet gedragen naar de besluiten van Algemene Vergadering of naar besluiten die het bestuur van de vereniging krachtens de statuten of ingevolge een opdracht van de Algemene Vergadering genomen heeft, kunnen door het bestuur worden geschorst voor maximaal  vier weken.
Bij een schorsing voor een langere periode dient het bestuur aan de Algemene Vergadering een voorstel te doen tot ontzetting uit het lidmaatschap.
2.     Geschorste leden zijn verstoken van alle rechten welke uit het lidmaatschap voortvloeien, doch behouden het recht op de algemene Vergadering, waar hun schorsing en/of voorgestelde ontzetting wordt behandeld, aan de beraadslagingen deel te nemen.
3.     Schorsing door de K.N.L.T.B. brengt schorsing als lid van de vereniging met zich mee.

CONTRIBUTIE

Artikel 8.

1.     De senior- en juniorleden moeten een jaarlijkse contributie betalen die bij besluit van de Algemene Vergadering wordt vastgesteld, en die per categorie kan worden bepaald.
2.     De Algemene Vergadering kan bepalen dat nieuw toegetreden leden en ondersteunende leden een entreegeld moeten betalen.
3.     Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie en/of entreegelden door senior- en juniorleden te verlenen.
4.     Naast de in lid 1 van dit artikel genoemde contributie betalen senior- en juniorleden  K.N.L.T.B.-contributie, welke door de vereniging aan de K.N.L.T.B. wordt afgedragen.

BESTUUR

Artikel 9.

1.     Het bestuur bestaat uit een oneven aantal leden met een minimum van vijf, waaronder een voorzitter, een secretaris en een penningmeester die alle drie meerderjarig moeten zijn.
2.     Bestuursleden worden gekozen en benoemd door de Algemene Vergadering uit een lijst van door het bestuur en/of leden gestelde kandidaten. Verkiesbaar tot bestuurslid zijn alleen seniorleden. Niet verkiesbaar tot bestuursleden zijn belanghebbenden bij de tennissport, tenzij volgens de reglementen van de K.N.L.T.B. dispensatie is verleend.
3.     De voorzitter wordt door de Algemene Vergadering in functie gekozen, de overige bestuursfuncties worden door de gekozenen in onderling overleg verdeeld.
4.     De wijze van verkiezing, aftreden en/of vervanging van bestuursleden wordt nader bij het Huishoudelijk Reglement geregeld.
5.     De Algemene Vergadering kan een bestuurslid te allen tijde ontslag verlenen. Het bestuurslidmaatschap eindigt ook wanneer het lidmaatschap van de vereniging eindigt, en wanneer het bestuurslid zijn functie wenst neer te leggen.
6.     Bij een vacature in het bestuur benoemt de eerstvolgende Algemene Vergadering een opvolger.
7.     Indien in het bestuur één of meer vacatures ontstaan, blijven de overblijvende bestuursleden een bevoegd college vormen, tenzij het aantal zittende bestuursleden minder bedraagt dan het aantal vacatures. In dat laatste geval zijn de overgebleven bestuursleden verplicht binnen een termijn van één maand na het ontstaan van de laatste vacature een Algemene Vergadering bijeen te roepen, waarin wordt voorzien in de ontstane vacature.
8.     Bestuursbesluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.
9.     Van het verhandelde in elke vergadering worden notulen gemaakt, die door de voorzitter en secretaris worden vastgesteld en ondertekend.
10.  Door de Algemene Vergadering kunnen aan het bestuur juniorleden en/of ondersteunende leden als adviseurs worden toegevoegd. 

TAAK EN BEVOEGDHEDEN VAN HET BESTUUR

Artikel 10.

1.     Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter tezamen met de secretaris, de voorzitter tezamen met de penningmeester dan wel de secretaris tezamen met de penningmeester.
2.     Het bestuur is ondermeer bevoegd tot:
a.     het huren, verhuren of op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van onroerende goederen,
b.     het sluiten, beëindigen en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
3.     Het bestuur is, mits met goedkeuring van de Algemene Vergadering, bevoegd tot:
a.     het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen,
b.     het sluiten van overeenkomsten, waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling van een schuld van een derde verbindt,
c.      het verrichten van rechtshandelingen waarvan de financiële betekenis òf onbepaald is of een bij Huishoudelijk Reglement te bepalen bedrag te boven gaat, of waardoor de vereniging voor langer dan één jaar gebonden wordt,
d.     het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een (bank)krediet wordt verleend,
e.     het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van geld, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet,
f.       het aangaan van dadingen,
g.     het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en van het opnemen van die maatregelen, die geen uitstel kunnen lijden.

Op het ontbreken van deze goedkeuring van de Algemene Vergadering kan, wat betreft de sub a en b bedoelde rechtshandelingen door het bestuur tegen derden dan wel door derden tegen de vereniging, wel een beroep gedaan worden, terwijl op het ontbreken van deze goedkeuring van de Algemene Vergadering, wat betreft de sub c tot en met g bedoelde rechtshandelingen, geen beroep gedaan kan worden.

4.     Het bestuur kan, met inachtneming van de voorgaande leden, binnen de grens van zijn bevoegdheden één of meer van zijn leden schriftelijk machtigen voor het bestuur of de vereniging op te treden.
5.     Het bestuur kan uit de senior- en juniorleden één of meer commissies instellen, waarvan de leden voor de periode van één jaar worden benoemd door de Algemene Vergadering. Onder steunende leden kunnen als adviseur worden.
6.     Over alles wat niet door de wet, statuten of (Huishoudelijk) Reglement is geregeld, beslist het bestuur.

REKENING EN VERANTWOORDING

Artikel 11.

1.     Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
2.     Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekening te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3.     Jaarlijks wordt uiterlijk in de maand januari een Algemene Vergadering – de jaarvergadering – gehouden en daarin brengt het bestuur zijn jaarverslag uit en doet, onder voorlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen jaar gevoerde bestuur.
4.     De Algemene Vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van tenminste twee personen die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Deze commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de Algemene Vergadering verslag van haar bevindingen uit. Verkiezing, vervanging en/of aftreden van deze commissieleden wordt nader geregeld bij het Huishoudelijk Reglement.
5.     Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige laten bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
6.     De last (taak, red.) van de commissie kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden herroepen, doch slechts door benoeming van een andere commissie.

ALGEMENE VERGADERINGEN

Artikel 12.

1.     Aan de Algemene Vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2.     Op de jaarvergadering als bedoeld in artikel 11 lid 3 komen onder meer aan de orde:
a.     de notulen van de laatstgehouden Algemene Vergadering,
b.     het jaarverslag als bedoeld in artikel 11 lid 3,
c.      het verslag als bedoeld in artikel 11 lid 4,
d.     de rekening en verantwoording als bedoeld in artikel 11 lid 3,
e.     de benoeming van de in artikel 11 lid 4 bedoelde commissie,
f.       de vaststelling van de contributie en eventueel entreegeld, g.     de begroting van het volgende verenigingsjaar,
h.     de verkiezing van de voorzitter van het bestuur,
i.       de verkiezing van andere bestuursleden,
j.       de verkiezing van commissies,
k.      voorstellen van de zijde van het bestuur,
l.       voorstellen door de leden,
m.   wat verder ter tafel komt.
3.     Andere Algemene Vergaderingen dan de vorenbedoelde jaarvergadering worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk acht of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is.
4.     Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste één/tiende van het aantal stemgerechtigde leden verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 13, of bij advertentie in tenminste één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad.

BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING

Artikel 13.

1.     De Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van alle leden met inachtneming van een termijn van tenminste veertien dagen, zulks met inachtneming van de artikelen 17 en 18.
2.     Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in de artikelen 17 en 18.

TOEGANG EN STEMRECHT

Artikel 14.

1.     Toegang tot de Algemene Vergadering hebben alle leden van de vereniging. Geen toegang hebben geschorste bestuursleden en – met inachtneming van het tweede lid van artikel 7 – geschorste leden.
2.     Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de Algemene Vergadering.
3.     Ieder seniorlid van de vereniging, dat niet is geschorst, heeft één stem.
4.     Het uitbrengen van zijn stem bij volmacht is niet toegestaan. 

VOORZITTERSCHAP EN NOTULEN

Artikel 15.

1.     De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één van de andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2.     Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een andere door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die na goedkeuring door de Algemene Vergadering in haar eerstvolgende vergadering alsdan door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen als bedoeld in artikel 12 lid 4, kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken.

BESLUITVORMING

Artikel 16.

1.     Het ter Algemene Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2.     Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3.     Een Algemene Vergadering kan slechts dan geldige besluiten nemen indien tenminste een/tiende van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig is, is dit vereiste aantal leden niet aanwezig, dan moet binnen éénentwintig dagen daarna een tweede Algemene Vergadering met dezelfde te behandelen onderwerpen worden bijeengeroepen en gehouden, die alsdan geldige besluiten kan nemen, ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden.
4.     Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de Algemene Vergadering genomen met meerderheid van stemmen.
5.     Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 6.     Indien bij een verkiezing van personen niemand de meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats. Heeft ook dan niemand de meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemming is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt bij loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
7.     Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het voorstel verworpen.
8.     Stemmingen niet rakende verkiezing van personen, geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Stemmingen over personen geschieden uitsluitend schriftelijk. Schriftelijk stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke of schriftelijke stemming verlangt.
9.     Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Vergadering.
10.  Zolang in een Algemene Vergadering alle leden aanwezig zijn kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende  onderwerpen dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaats gehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

STATUTENWIJZIGING

Artikel 17.

1.     De statuten van de vereniging kunnen worden gewijzigd door een besluit van de Algemene Vergadering, mits de oproeping tot deze vergadering tenminste vier weken tevoren heeft plaatsgevonden en in de oproeping het voorstel tot statutenwijziging woordelijk is vermeld.
2.     Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste twee/derde van het aantal leden aanwezig is. Is niet twee/derde van de leden aanwezig, dan wordt binnen drie weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige leden , kan worden besloten, mits met meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
3.     Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat:
a.     het bestuur van de K.N.L.T.B., door het bestuur van de vereniging daarom verzocht, schriftelijk te kennen heeft gegeven geen bezwaar te hebben tegen het genomen besluit, en:
b.     van deze statutenwijziging een notariële akte is opgemaakt.

ONTBINDING

Artikel 18.

1.     De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de Algemene Vergadering, het bepaalde in de leden 1, 2 en onder 3a van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
2.     De vereffening van het vermogen van de ontbonden vereniging geschiedt door het bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding één of meer anderen tot vereffenaar zijn aangewezen.
3.     Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen, die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder van de leden ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.

(HUISHOUDELIJK REGLEMENT)

Artikel 19.

1.     De Algemene Vergadering kan een huishoudelijk reglement als ook andere reglement(en) vaststellen.
2.     Een (huishoudelijk) reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.